Het Koningsboek
De jonge IJslander Valdemar reist in 1955 naar Denemarken, waar hij een aan lagerwal
geraakte hoogleraar ontmoet, die een groot geheim met zich meedraagt. Tijdens de oorlogsjaren
is hij een kostbaar manuscript uit het oog verloren: de Codex Regius, een onderdeel van de Edda,
het manuscript uit 1271 waaraan het IJslandse volk zijn identiteit ontleent. Als de hoogleraar
hem in vertrouwen neemt, maakt Valdemar zich op voor een reis door Europa. Zijn doel is het
manuscript terug te vinden - en in leven te blijven. Want, zo blijkt, voor deze schat zijn
mensen bereid over lijken te gaan.
Het koningsboek is een faction-thriller over de waarde van cultureel erfgoed. Toen de Deense
regering in 1971 besloot de Codex Regius per boot terug te brengen naar IJsland, een voormalige
Deense kolonie, stond het op de kade in Reykjavík zwart van de mensen. Twaalf pagina's van
het middeleeuwse manuscript ontbraken echter - en zijn nog steeds niet teruggevonden.
Boekgegevens
Titel: Het Koningsboek (2008)
Auteur: Arnaldur Indriðason
Originele titel: Konungsbók (2006)
Vertaling: Marcel Otten
Uitgeverij: Querido - Q
ISBN: 90-214-3343-1
Omvang: 288 p.
Gelezen: 05-2008
BOB-score 4/5
Lachende helden
Högni lachte toen zij zijn hart eruit sneden,
de kloeke wondensmid, klagen kwam niet in hem op;
bloedend legden ze het op een schaal, brachten het Gunnar.
Edda, De ballade van Atli.
Het is 1955 wanneer de jonge IJslandse student Valdemar arriveert in Kopenhagen voor zijn
studie Oudijslandse literatuur. Valdemar is al deskundige op het vlak van manuscripten lezen
en meldt zich vol verwachting bij zijn professor. De teleurstelling is groot als hij zijn
professor zwaar beschonken aantreft in een slonzige werkkamer. Bij een volgend bezoek raakt
de professor snel overtuigd van de bruikbaarheid van zijn jonge student en maakt hem deelgenoot
van zijn geheim. Het geheim van een verdwenen deel van de Codex Regius, onderdeel van de
beroemde Edda. De Edda die volgens de professor kan worden gezien als de IJslandse bijdrage
aan de wereldcultuur of in zijn woorden: 'onze Acropolis'.
In het kielzog van de professor reist Valdemar door het Europa van 1955 op jacht naar het
verdwenen manuscript. Een rondreis inclusief bezoek aan de wereldbefaamde Amsterdamse wallen
en dit allemaal in naam van de wetenschap. Er zijn natuurlijk ook kapers op de kust. In de
Noordse mythologie zien de nazi's een groot Germaans gedachtegoed dat gekoesterd moet worden.
Zo neemt de reis door Europa en de speurtocht naar het manuscript al snel de afmetingen aan
van een heuse queeste naar de IJslandse graal.
Wie op zoek gaat naar de vaste hoofdpersonen Erlendur, Sigurður Óli en Elínborg komt bedrogen
uit. Arnaldur Indriðason van origine historicus, heeft in dit boek zijn succesvolle formule
even opzij gezet en gekozen voor een (historische) romanvorm met weliswaar de nodige spanning
waarin hij een boodschap kwijt wil over het culturele erfgoed van zijn land. Hiermee neemt
hij het estafettestokje over van zijn landgenoot Viktor Arnar Ingólfsson die in Het raadsel
van Flatey een andere belangrijk manuscript uit de IJslandse literatuur voor het voetlicht
plaatste. In Het Koningsboek legt Arnaldur Indriðason de link van de oude- naar de
hedendaagse literatuur, door ook Nobelprijswinnaar Halldór Laxness een rolletje te laten spelen.
In 1971 kreeg IJsland uiteindelijk na veel getouwtrek de waardevolle manuscripten waaronder
het Boek van Flatey en het Koningsboek terug van Denemarken.
In hoeverre aan de professor een heldenrol zoals die van de lachende Högni wordt gegund door
Indriðason zal hier niet worden onthuld. Wat wel uit de IJslandse geisers opgeworpen nevelen
opduikt is een uitermate boeiend verhaal rijk aan cultuur en geschiedenis gehuld in een
spannende verpakking.