Kamer nr. 10
Erik Winter ondergaat een midlifecrisis. Hij werkt al twintig jaar bij de politie, maar waar dient het allemaal toe? En heeft zijn relatie met Angela wel toekomst? Dan wordt er een dode vrouw gevonden in een hotel in Goteborg. Het lijkt op zelfmoord, maar de afscheidsbrief van Paula Ney blijft vaag over een eventueel motief en de witgekalkte hand van de jonge vrouw is ook hoogst merkwaardig. Niet veel later wordt Paula's moeder dood aangetroffen. Ook een van haar handen is witgekalkt. Winter herinnert zich een onopgeloste zaak van twintig jaar geleden. Een mislukte speurtocht naar de vermiste Ellen Borgse eindigde in dezelfde hotelkamer als waar Paula is gevonden: nr. 10. Wanneer Erik Winter deze zaak heropent, komt hij plotseling in het vizier van de moordenaar...
Boekgegevens
Titel: Kamer nr. 10 (2007)
Auteur: Åke Edwardson
Originele titel: Rum nummer 10 (2005)
Vertaling: Elina van der Heijden, Wiveca Jongeneel
Uitgeverij: Signatuur
ISBN: 90-5672-240-1
Omvang: 366 p.
Gelezen: 12-2007
BOB-score 3/5
Nazomeren in Göteborg
Kamer nr. 10 is het zevende boek dat verschijnt met hoofdinspecteur Erik Winter uit
Göteborg in de hoofdrol. Uitgeverij Signatuur brengt dit boek samen met de heruitgave van
het eerste deel uit deze reeks, het in 2000 verschenen Dans met een engel. In Zweden
is van de hand van Edwardson inmiddels het negende boek uitgebracht onder de titel Nästan död man.
Achter de met messing cijfers 10 getooide deur in het verlopen hotel Revy hangt het lichaam
van een jonge vrouw. Heeft Paula Ney zelfmoord gepleegd of is er sprake van moord? En waarom
is haar hand witgeverfd? Hoofdinspecteur Erik Winter herinnert zich een van zijn eerste
zaken als rechercheur, bijna twintig jaar eerder, waar een jonge vrouw spoorloos verdween
uit het hotel Revy. Een zaak die tot zijn frustratie nooit werd opgelost.Terwijl Winter in
het blauwe uur met een Corps sigaar in de mond en een glas Glenfarclas single malt in de
hand uit het raam starend, Göteborg aan zijn voeten, mijmert over zijn op hand zijnde
midlifecrisis wordt ook Paula's moeder dood aangetroffen. Bij haar is slechts een vinger
witgeverfd.
Åke Edwardson vlecht twee verhaallijnen kundig samen, waarbij zijn speurder Winter onder
tussen met de moeder van zijn dochters rustig plannen maakt om te overwinteren in Spanje.
Heden en verleden worden in kamer nr. 10 bij elkaar gebracht en alle losse eindjes worden
keurig afgehecht door een slecht doordachte solo-actie van Winter.
De misdaadromans die Edwardson schrijft staan niet bol van zenuwslopende spanning , keiharde
actie of messcherpe maatschappijkritiek. Ingetogen zet deze Zweed in dit boek zijn verhaal
op papier waarbij de personages fraai worden uitgewerkt en het motief voor de misdaden klein
en persoonlijk wordt gehouden. In eigen land is daar veel waardering voor, want Åke Edwardson
ontving na zijn prijs voor beste debuutroman van de Svenska Deckarakademin ook al twee maal
de prijs voor beste Zweedse misdaadroman van het jaar.