Allen die gestorven zijn
Het is midzomer in Göteborg en snikheet zoals de stad nog nooit heeft meegemaakt.Iedereen is rusteloos, mensen wachten ongeduldig op de schemering en de koelte van de korte nacht. Voor één man komt die nacht nooit: hij wordt dood gevonden op een parkbankje, zijn rug doorstoken met een mes. De vermoorde man blijkt drugshandelaar zijn geweest. Zijn overlijden ontketent een reeks van gebeurtenissen.Wanneer ook privé-detective Jonathan Wide, een complexe persoonlijkheid met alcoholproblemen, in zijn eigen huis wordt aangevallen, wordt die vervolgens bij het onderzoek betrokken.Wide was namelijk zelf ooit politieman, maar werd gedwongen die carrière te onderbreken. Nu moet hij samenwerken met commissaris Sten Ard, een man die veel meer dan hij in harmonie met het leven is. De zaak blijkt wortels te hebben in de Tweede Wereldoorlog, en algauw wordenWide en Ard geconfronteerd met mensen en gebeurtenissen uit een duister verleden - van hun land, maar ook van henzelf.
Boekgegevens
Titel: Allen die gestorven zijn (2011)
Auteur: Åke Edwardson
Originele titel: Till allt som varit dött (1995)
Vertaling: Corry van Bree
Uitgeverij: AW Bruna
ISBN: 94-005-0008-4
Omvang: 246 p.
Gelezen: 11-2011
BOB-score 3/5
Geef me dromen
De Zweedse schrijver Åke Edwardson is in Nederland vooral bekend om de tiendelige serie die
hij schreef over inspecteur Erik Winter uit Göteborg. Twee boeken uit deze reeks ontvingen
de prijs voor beste Zweedse misdaadroman. Minder bekend is dat, voor Edwardson begon met
zijn serie, hij een tweetal boeken schreef over privédetective en voormalige politieman
Jonathan Wide. Allen die gestorven zijn is het eerste boek uit 1995 dat nu ook in
vertaling is verschenen. Voor dit boek ontving Edwardson de prijs voor beste misdaadromandebuut.
Jonathan Wide leeft in een tweekamerappartement tussen de resten van een op de klippen gelopen
huwelijk. Eenzame slapeloze nachten in de armen van Madame Butterfly worden gevuld met drank.
Veertig jaar, overgewicht, blond haar en een breed open gezicht dat elk jaar een tikje triester
wordt. Bezig aan de lange reis naar beneden voor de onvermijdelijke ontmoeting met De Grote
Barkeeper. De bezoekjes van zijn twee kinderen die zijn kookkunst waarderen houden hem op de been.
Commissaris Sten Ard, liefhebber van single malt-whisky en gelukkig getrouwd, onderzoekt de
moord op zakenman Georg Laurelius. Het slachtoffer wordt keurig zittend aangetroffen op een
bank aan het water in de nabijheid van de grote Rode Steen. Dit is het monument voor zeelieden
die niet meer naar huis terugkeerden. Wat Sten Ard niet weet is dat zijn vriend en voormalig
collega Wide voor een klus is benaderd door de vrouw van het slachtoffer. Voor ze elkaar hebben
kunnen spreken zijn Wide en de vrouw van Laurelius slachtoffer van een gewelddadige aanval.
Blijkbaar wilde zakenman Laurelius een graantje meepikken sinds Göteborg was toegetreden tot
de Europese eredivisie van de drugs. De stad aan de westkust gaat gebukt onder tropische
temperaturen en de oud-collega's werken samen om hun Göteborg te vrijwaren van de oprukkende
criminaliteit. Bij deze zaak komt Wide in aanraking met een duister stukje familiegeschiedenis.
In zijn debuut Allen die gestorven zijn speelt en experimenteert Åke Edwardson al in
1995 met de ingrediënten die hij ook toepast in zijn latere boeken. De liefde voor het bereiden
van goed eten, de voorkeur voor single malt, de lofzang op de stad Göteborg in al zijn facetten
en de invloed van muziek.
Er volgde nog een tweede boek met Sten Ard en Jonathan Wide getiteld Gå ut min själ. In 1997
smelten de verschillende eigenschappen van beide heren samen in één nieuw personage Erik Winter
die debuteert in Dans met een engel .
Het debuut mag er zeker zijn en de basis wordt gelegd voor de dromerige manier van vertellen
die Edwardson zo eigen is met de soms poëtische uitstapjes zoals 'Geef me gif om te
sterven of dromen om te leven'. Voor de verslaafden van Göteborg lijkt de heroïne het
beste van twee werelden te bieden.